Immanuel, God met ons

Gepubliceerd op 20 december 2021 om 13:08

Een vraag die velen bezighoudt is de vraag of Jezus Christus werkelijk God is of dat Hij een mens is. Een belangrijke vraag. De manier waarop we tegen Jezus aankijken heeft namelijk een grote invloed op ons gehele geloofsleven. Het merendeel van de christenen aanbidt Jezus Christus. Dat mag natuurlijk niet als Hij slechts een mens zou zijn, immers alleen God zelf is onze aanbidding waard. Zijn we dan met z`n allen verkeerd bezig? We noemen Hem ook onze Redder en Verlosser. Zijn we dan door een mens verlost? U begrijpt al dat ik het er niet mee eens ben dat Jezus slechts een mens zou zijn. Maar wat ik vind is eigenlijk niet zo belangrijk. Belangrijker is wat de Bijbel zelf over deze kwestie zegt.

Maar eerst dit: Ik hoorde ooit een toespraak van wijlen dr. Martin Lloyd Jones over dit thema. Hij sprak over de tempel als schaduw van Christus. In het kort kwam het hierop neer: Zoals in het Oude Testament de tempel Gods woonplaats was onder de mensen, zo heeft God door zijn Zoon Jezus Christus te zenden woning gemaakt onder de mensen. Jezus sprak dan ook over zijn lichaam als over de tempel. In Joh.2:19 zegt Jezus: Breekt deze tempel af en binnen drie dagen zal Ik hem doen herrijzen. Jezus` tegenstanders dachten dat Hij hier sprak over het tempelgebouw. Jezus bedoelde echter zijn lichaam als tempel van God. Dit kon Hij ook zeggen omdat Hij wist dat Hij dit was. Immers God was ten volle in Hem. Om het met de woorden van Paulus te zeggen: Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken (Kol.1:19).

Tijdens zijn leven op aarde maakte Jezus ook op allerlei manieren duidelijk dat God in Hem was. Hieronder een paar voorbeelden:

In Joh 10:37-38 zegt Jezus: Indien Ik de werken mijns Vaders niet doe, gelooft Mij niet, doch indien Ik ze doe en gij Mij toch niet gelooft, gelooft dan de werken, opdat gij weten en erkennen moogt, dat de Vader in Mij is en Ik in de Vader.

Jezus deed deze uitspraak omdat Hij ervan beschuldigd werd dat Hij zichzelf tot God maakte (vers 33). Jezus geeft niet als antwoord: Ik ben geen God. Nee eigenlijk bevestigt Hij de beschuldiging. Hij zegt dat God in Hem was! zijn toehoorders hadden Hem dus goed begrepen.

Op een andere plaats zegt Hij: Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken (Joh. 14:7-10).

In zijn uitspraak gaat Jezus heel ver. Wie Hem heeft gezien heeft de Vader zelf gezien! Waarom? Omdat de Vader volkomen in Hem was. Hij was niet slechts een gelijkenis van de Vader, in de zin van een soort kopie wat precies op het origineel lijkt. Nee, Hij liet de Vader zien omdat de Vader zelf in Hem was. Hij was daadwerkelijk Immanuel, God met ons!

Door zijn komst woonde God onder de mensen. In de tempel die zijn lichaam was. Maar Hij vernederde zichzelf. (Filippenzen 2:5-10) In plaats van dat Hij vasthield aan zijn Godheid, ging Hij de weg van het kruis. Een voorbeeld van deze gezindheid lezen we in Mattheüs 26:53. Als Jezus gevangen wordt genomen vermaant Hij zijn omstanders niet naar het zwaard te grijpen om Hem te verdedigen (en zo zijn kruisgang te voorkomen). Vervolgens zegt Hij: Of meent gij, dat Ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen?

Als God zijnde had Jezus zijn macht kunnen tonen en had Hij direct twaalf legioenen engelen tot zijn beschikking gehad. Echter dit deed Hij niet! Hij vernederde zichzelf en bleef gehoorzaam tot aan het kruis!

Deze vernedering zien we ook wanneer Jezus veertig dagen verzocht wordt in de woestijn. De verzoeking was ten diepste om niet de weg van vernedering te gaan, maar gebruik te maken van zijn goddelijke macht. Als God kon hij stenen in brood veranderen….maar Hij deed het niet. Als God kon Hij de opdracht aan engelen geven Hem te dragen als Hij zich van het tempeldak zou werpen……maar Hij deed het niet. Als God wist Hij dat Hij reeds alle macht had over alle koninkrijken van de wereld…..maar die macht gebruikte Hij niet. Mogelijk had Jezus ook veel bewonderaars en aanhangers gekregen als Hij dit wel had gedaan. Immers dan had Hij de Romeinse bezetter direct verdreven en zijn heerschappij ingesteld. Hij wilde echter de Vader gehoorzamen, de weg van het kruis gaan, dienstknecht, slaaf zijn, en dat alles om ons te verlossen!

Ja maar…zo zal iemand antwoorden….waarom wordt Jezus dan in de Bijbel meestal de Zoon van God genoemd en niet God? Waarom heet Hij de Middelaar tussen God en mensen? Dan kan Hij toch niet God zelf zijn?

Mijn inziens heeft dit te maken met de unieke persoon die Hij was. Hij was immers niet alleen God. Hij was zowel God als mens. De benaming Zoon van God kreeg Hij omdat Hij door Gods Heilige Geest verwekt was bij Maria. Zo lezen we in Lukas 1:35 : En de engel antwoordde en zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden. Met andere woorden: de mens die door God verwekt werd bij Maria heet de Zoon van God, omdat zijn Vader, de Verwekker, God zelf, de Allerhoogste was. Daarom is dit ook de benaming van Jezus door het hele Nieuwe Testament heen. Hij was en is de unieke Zoon van God. Het zou vreemd geweest zijn als de engel tegen Maria had gezegd: daarom zal het heilige dat verwekt wordt, God genoemd worden. Immers, Hij was méér! Hij was niet alleen God, maar ook mens en daarom: de Zoon van God. En daarom ook de Middelaar tussen God en mensen. Als Middelaar vertegenwoordigt Hij allebei. Zowel God als de mens. Dat maakt Hem ook uniek en ook geschikt als Middelaar.

Hoe het wezen van de Zoon was, de Middelaar, kan je terugvinden in de dingen die Jezus over zichzelf zei, die dingen die Hij deed en de dingen die in de Schrift over Hem geschreven zijn.

Twee voorbeelden:

In het evangelie naar Johannes lezen we: In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. (Joh. 1:1) En in vers 14: Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.

Door deze teksten eenvoudig naast elkaar te leggen kom ik tot de volgende conclusie: voor zijn vleeswording (menswording) was Jezus het Woord en het Woord was God. Met andere woorden: Door de komst van Jezus is God vleesgeworden. Sommigen menen hier te moeten lezen: Het Woord was een God. Dit lijkt me echter niet op zijn plaats omdat Johannes dan geleerd zou hebben dat er in den beginne twee goden waren. Eén ongeschapen God en één geschapen god. Dit is in strijd met de rest van de Schrift waarin uitdrukkelijk staat dat er maar één God is, Jahweh (vgl. Jes.44:6)

Weer anderen lezen: het woord was als God. Ook dit lijkt me onjuist omdat in de Griekse tekst het woordje als ontbreekt. Nee, laten we gewoon lezen wat er letterlijk staat: God was het woord. Niets minder en niets meer. Je staat dus op vaste grond als je zegt dat met de komst van Jezus God mens is geworden.

In Joh. 8:58 zegt Jezus in antwoord op zijn tegenstanders: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik.

Deze uitspraak van Jezus ligt volledig in de lijn van Johannes 1:1. Jezus zegt eigenlijk: voordat Abraham was, was ik er al. In welke hoedanigheid? Als het Woord van God, dus als God!. Met de woorden ben ik verwijst Jezus namelijk direct naar de Gods-naam Jahweh, die is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord voor zijn. De tegenstanders van Jezus begrepen goed wat Hij bedoelde want ze willen Hem direct stenigen (vers 59). In het evangelie naar Johannes staan overigens meer Ik ben uitspraken van Jezus. Telkens een heenwijzing naar de naam van God (bv. Joh.6:20, Joh.6:35; 6:41; 6:51).

Waarom is dit nu zo belangrijk zal iemand opmerken? We hoeven toch niet te weten hoe dit in elkaar zit? Als je maar gelooft dat Jezus de Redder is, dat is toch voldoende? Hieronder een paar redenen waarom dit naar mijn mening toch belangrijk is.

- Als het werkelijk zo was dat de Vader in Jezus was en God volledig in Hem woonde, dan heeft Hij ons werkelijk getoond wie God is. Immers door Jezus te ontmoeten ontmoet je God, niet een mindere of andere of gelijkende….maar God zèlf!

- Als Hij God is mogen we Hem ook eren en aanbidden als God. Zoals gebeurt in Openbaring 5:12

- Als je niet meer erkent dat door Jezus God zelf naar de wereld kwam loop je het gevaar de éénheid van God te miskennen. Immers als Hij niet God zelf was, wie was Hij dan? Een geschapen onder-god? En geschapen goddelijk wezen als God, maar niet God zelf?

- Doordat we Jezus als God belijden erkennen we dat door Jezus, Jahweh zelf ons redt en verlost!

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951.