Geliefd door God, of niet?

Gepubliceerd op 10 november 2025 om 15:42

Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren (Joh.14:21).

Houdt God evenveel van alle mensen? We zeggen al snel: “Natuurlijk! Iedereen is toch voor God gelijk”? Als je de liefde van God echter nader onderzoekt in de Bijbel, dan lijkt het toch niet zo klip en klaar.

Aan de éne kant lees je dat God goed is voor alle mensen, ja zelfs voor zijn vijanden, zoals in Lukas 6:35b staat: want Hij is goed jegens de ondankbaren en bozen. Een reden voor ons om onze vijanden niet te haten maar lief te hebben. En in Rom.5:8 lezen we: God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. God bewijst zijn liefde aan zondaren, door de gave van zijn Zoon aan het kruis.

Aan de andere kant lijkt Gods liefde toch vooral uit te gaan naar zijn kinderen. Zoals Jezus in bovenstaande tekst zegt: wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren (Joh.14:21)

En ja, ook op andere plaatsen in de Bijbel vinden we deze strekking terug. Zo lezen we in Rom. 9:13 waar het gaat over Gods verkiezende liefde: Jakob heb Ik liefgehad, maar Esau heb Ik gehaat. En uit Deut.10:15 blijkt dat Gods liefde in de eerste plaats uitging naar zijn volk Israël: Alleen aan uw vaderen heeft de Here Zich verbonden en alleen hen heeft Hij liefgehad, en u, hun nakroost, heeft Hij uit alle volken uitverkoren, zoals dit heden het geval is.

De Geliefde bij uitstek is Jezus Christus de Zoon van God. Mat. 3:17: En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. Ook de apostel Paulus noemt Christus in Efeze 1:6 de Geliefde. tot lof van de heerlijkheid zijner genade, waarmede Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.

En dit vers maakt tegelijkertijd duidelijk waarom Gods kinderen meer door God geliefd zijn dan zij die (nog) niet zijn kinderen zijn. Gods liefde komt namelijk tot ons in Christus. In de Geliefde zijn wij door God geliefd. Buiten Christus horen mensen wellicht dat Gods liefde naar hen uitgaat door de gave van zijn Zoon. Maar de boodschap blijft: je zult pas werkelijk door God geliefd zijn (deelhebben aan deze liefde) als je in Christus komt en Hem aanvaardt als de Heer over je leven.

En hoe mooi is het dat daarbij de boodschap geldt: geen zondaar is te slecht om deel te krijgen aan Gods liefde. Het hangt immers niet af van wie jij bent in jezelf. Het hangt af van wie Hij is. In Hem ontvang je het licht en leven. Buiten Hem is er slechts duisternis en dood. En ja, wanneer je je aan Hem overgeeft, wordt Gods liefde door zijn Geest in je hart uitgestort (Rom. 5:5) en voortaan mag je God Abba Vader noemen (Rom.8:15). 

Zij die in Christus zijn, worden dan ook aangeduid met termen als: Geliefden (Rom. 12:19, 2 Kor. 7 :1) of: geliefde kinderen (Efeze 5:1). Zij die nog buiten Christus zijn krijgen een geheel andere benaming, namelijk: kinderen des toorns (Efeze 2:3), wat wij overigens zelf ook waren voordat wij Christus leerden kennen. Zo zegt Paulus het: wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns (Efeze 2:3).

Met andere woorden: we zijn geen haartje beter!

Maar gelukkig! Hoe zondig we ook waren, Gods liefde ging naar ons uit: God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, - door genade zijt gij behouden (Efeze 2:4-5).

In Christus zijn we voortaan behouden èn geliefd!

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap,  1951.