Verheerlijkt! Nu en straks.

Gepubliceerd op 4 mei 2022 om 13:48

En die Hij tevoren bestemd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt (Rom.8:30)

Ik heb het altijd wat moeilijk gehad met het bovenstaande Bijbelvers. Wij zijn tevoren bestemd, wij zijn geroepen, wij zijn gerechtvaardigd……maar zijn wij ook verheerlijkt? Dat moet toch nog komen, in de toekomst, als Jezus terugkomt?

Toch gebruikt Paulus voor al de Griekse werkwoorden de Aoristus tijdsvorm. Dat wil zeggen: de zaken die hij opsomt zijn in het verleden éénmaal, in één keer gebeurd. Dus ook onze verheerlijking, het is al gebeurd.

Maar hoe kan dat? Als je op andere plaatsen in de Bijbel op zoek gaat naar onze verheerlijking, kom je opvallend genoeg hetzelfde tegen.

In 2 Kor.3:18 zegt Paulus: En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.

Wij mogen volgens deze tekst nu reeds de heerlijkheid des Heren weerspiegelen. Ook worden wij nu, in dit leven, veranderd van heerlijkheid tot heerlijkheid.  In Rom. 2:10 zegt Paulus dat heerlijkheid, eer en vrede over ieder mens zal komen, die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek. Komt deze heerlijkheid pas in de toekomst, of nu al, tegelijk met de eer en vrede?

Het antwoord op deze vraag is: zowel nu, als in de toekomst. Dit alles heeft te maken met de inwoning van Christus nu.

Paulus omschrijft in Kol.2:27 een geheim wat hij bekend mocht maken, met de woorden: Christus onder u, de hoop der heerlijkheid. Je kan dit ook vertalen met: Christus in jullie, de verwachting van de heerlijkheid.  Christus in ons, daar gaat het om! Hij is het die ons de heerlijkheid nu geeft en in de toekomst. Wij mogen het alles verwachten (=hoop) van Hem, zowel nu als in de toekomst.

Zoals ik reeds eerder heb geschreven* mogen wij in onze geest reeds nu al deel hebben aan de verlossing die Jezus voor ons volbracht heeft. Wanneer je de Bijbel hierover bestudeert kom je tot de conclusie dat wij gelovigen in de geest reeds nieuwe scheppingen zijn (2 Kor.5:17), vrijgemaakt van de zonde (Rom.6:18) reeds levend gemaakt met Christus (Efeze.2:5), reeds geplaatst in de hemelse gewesten (Efeze 2:3-6) en dus ook: reeds verheerlijkt! (Rom.8:30).

Doordat Christus Jezus in ons woont, hebben wij nu reeds een volkomen verlossing ontvangen. In de geest zijn wij vrij, vol kracht. Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht zijner heerlijkheid tot alle volharding en geduld (Kol.1:11).

Ja maar, zo zal iemand antwoorden, daar merk ik dan toch maar weinig van in mijn leven. Ik voel me helemaal niet vrij, maar eerder gebonden, en de kracht is ver te zoeken! Kan het niet zijn dat wij tot deze conclusie komen omdat we ons blindstaren op onze lichamelijk gevoelens? We voelen ons zwak, we voelen de begeerten naar al het andere, we voelen ons schuldig en zondig, etc etc.

We vergeten hierbij echter dat  wij de heerlijkheid die wij in de geest nu reeds bezitten pas in de toekomst lichamelijk zullen ervaren. Oftewel: wij zijn reeds verheerlijkt (in de geest) en wij zullen verheerlijkt worden (lichamelijk). Deze lichamelijke verheerlijking zal plaatsvinden op het moment dat de laatste bazuin klinkt en wij een nieuw verheerlijkt lichaam zullen ontvangen.

Zo beschrijft Paulus het: Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. (1 Kor.15:51-53)

Dat moment noemt Paulus in Rom.8:23 de verlossing van ons lichaam. Ja, onze geest is reeds verlost, maar op de verlossing van ons lichaam wachten wij nog, soms zuchtend in de geest. Is het niet herkenbaar dat wij soms zuchten onder de last van ons sterfelijk lichaam? Mijn inziens wil God ons gelovigen leren om ook hierin niet te zien op het zichtbare (ons lichaam met zijn ongemakken en gevoelens) maar op het onzichtbare (de heerlijkheid die wij in de geest nu reeds ontvangen hebben).

In 2 Kor.4:16-18 schrijft Paulus: Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mens nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd. Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te bovengaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare; want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.

Wat kenmerkt ons (zichtbare) lichaam? De uiterlijke mens? Verval, last van verdrukking. Wat kenmerkt onze geest? De innerlijke mens? Vernieuwing, een alles bovengaand eeuwig gewicht van heerlijkheid. En de Here wil dat wij daarop zien, op dat wij blijft, de eeuwige heerlijkheid die wij in Hem nu reeds hebben ontvangen, en die wij in de toekomst lichamelijk zullen ontvangen.

Mijns inziens is dit wandelen in geloof. Vertrouwen op Christus in je en de heerlijkheid die jouw deel mag zijn. Zijn volheid, zijn kracht, zijn leven, zijn heerlijkheid, je hebt het alles ontvangen in Hem. Dat is geloven: niet zien op het zichtbare. Het lijden, de verleiding, de zwakte. Maar zien op Hem. De Sterke in ons. 

Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid (Kol.3:2-4)

*Zie mijn boekje: Het leven na de dood en de opstanding

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn, tenzij anders aangegeven, ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.