Onthoudt u van alle soort van kwaad.(1 Tes.5:22)
Bovenstaand vers kan ook als volgt vertaald worden: Onthoudt u van alles wat er kwaad/schadelijk uitziet (eigen vertaling). Wij worden als gelovigen niet alleen opgeroepen om ons te onthouden van het kwaad, maar het gaat zelfs verder. We moeten zelfs afstand houden van wat er kwaad of schadelijk uitziet. En ja, iets dat er kwaad uitziet, hoeft nog niet per se kwaad te zijn.
Eigenlijk zegt Paulus hier: als iets al kwaad of schadelijk lijkt, houd je er dan verre van! Daar wil ik in de volgende overdenking over nadenken.
Immers zijn we soms niet geneigd om de grenzen op te zoeken, in plaats van ons te onthouden? Zijn we niet soms als mensen die onze handen boven het vuur houden zonder ons te willen branden? Tenminste: als we de handen maar snel genoeg terugtrekken? Zijn we soms niet als mensen die de rand van een ravijn opzoeken in de hoop er niet in te kukelen?
Ik herinner me nog dat er een les gegeven werd met de titel: hoe ver is te ver? De les was bedoeld voor jongens en meisjes met een beginnende relatie. Hoever kan je gaan op seksueel vlak zonder tot seksuele gemeenschap over te gaan? Ja, want ook op dat vlak zoeken we de grenzen op. Ook gelovige, christelijke jongens en meisjes. We zijn allemaal mensen van vlees en bloed, en niets menselijks is ons vreemd. We kennen het spreekwoord: Je moet de kat niet op het spek binden. Dit betekent dat je iemand (in dit geval jezelf) niet zo sterk in de verleiding moet brengen zodat hij die niet kan weerstaan.
Het is een spreekwoord geheel in overeenstemming met het Bijbels principe om je verre te houden van alles wat je tot kwaad doen kan verleiden. We leven echter in een tijd van normvervaging en verwarring. Soms is het zelfs moeilijk, ook voor gelovigen om te bepalen wat goed en kwaad is. Alhoewel, moeilijk? Is de Bijbel niet duidelijk? Misschien maken we het onszelf wel moeilijk door de grenzen op te zoeken!
Ja maar…..als gelovige ben je toch sterk? Verlost, vrijgekocht van de zonde? Een nieuwe schepping? Ja, dat is waar. Maar als nieuwe scheppingen dragen wij nog altijd het vlees met ons mee. Het vlees wat maar al te graag zondigt en ons verleidt tot het kwaad. Niet voor niets schrijft Paulus in Rom.13:14: Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt.
Letterlijk vertaald zegt Paulus hier: treft geen voorziening voor de begeerten van het vlees. Met andere woorden: maak het niet gemakkelijk voor het vlees om je tot zonde te verleiden. We moeten het vlees niet koesteren, niet in de watten leggen, niet voeden (met alles wat we zien en lezen). Nee, we worden aangespoord om de werkingen des lichaams te doden (Rom.8:13).
Hoe dankbaar mogen we zijn dat onze innerlijke mens is vernieuwd door de Heilige Geest, en dat er een diep verlangen is ontstaan om Hem te gehoorzamen. Maar worstelen we niet allemaal van tijd tot tijd met ons vlees dat ons keer op keer naar beneden wil trekken? Toch kunnen we hier zelf invloed op uitoefenen door de keuzes die we maken. Zo`n keuze is: niet langer een voorziening treffen voor het vlees. Het is de keuze om je vlees het niet langer gemakkelijk te maken. Deze keuze kan voor een ieder op een ander vlak liggen.
In Spreuken 5:8 wordt de lezer opgeroepen zich verre te houden van de vreemde vrouw die tot zonde verleidt. Zo staat het er: Houd uw weg ver van haar, nader niet tot de deur van haar huis.
Je zou toch kunnen zeggen: er is toch niks mis mee om voorbij haar huis te gaan en even voor haar deur stil te staan? Nee, daar is niks mis mee. Maar is het ook verstandig? Immers je weet wie er achter de deur is. De vreemde vrouw die je in dit geval tot zonde verleidt. Je hebt wel je eigen vrouw, maar die vreemde vrouw maakt verlangens in je los waaraan je maar moeilijk kan weerstaan. Het geeft zo`n goed gevoel! Daarom juist is het levensgevaarlijk. Dat blijkt ook wel uit het Spreuken 5:4-5: Maar op het laatst is zij bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen af naar de dood, haar schreden raken het dodenrijk.
Deze vreemde vrouw kan voor ieder iets anders inhouden. Iets wat ons vlees fijn vindt. Iets wat ons in verleiding brengt om te zondigen. Onze zwakke plek. Iets waarvan we denken dat het ons gelukkig gaat maken, terwijl het eindigt in onze ondergang. Het voorbeeld van de vreemde vrouw kan je op tal van situaties toepassen. Situaties waarin iedereen terecht kan komen, of je nu jong bent of oud. Situaties waarin we voorzieningen treffen voor ons vlees. Dit kan allerlei gebieden van ons leven beslaan.
Misschien hebben we moeite om onze tong in bedwang te houden en hebben we een neiging tot roddelen (zie Jak.3:5-9). Is het dan verstandig om ons te begeven in een gezelschap van mensen die roddelen? Voor we het weten zijn we namelijk aan het mee-roddelen.
Misschien zijn we verslaafd aan de alcohol. Is het dan verstandig om ons te begeven in een café? Ja, ook hier geldt dat iets waar niks mis mee is (gezellig iets met anderen drinken) voor jou een probleem kan opleveren, namelijk dronkenschap.
En ja, verliefd jong koppeltje, is het verstandig om samen op vakantie te gaan kamperen, in één tentje? Denken we nu echt dat het vlees ons niets meer doet?
En zo kunnen we tal van situaties bedenken. Verslavingen, verkeerde neigingen, verkeerde relaties, diep van binnen weten we wel wat we beter vermijden en waar we onszelf beter verre van houden. Laten we ons het advies van Paulus ter harte nemen:
Onthoudt u van alle soort van kwaad.(1 Tes.5:22)
Voetnoot: Tenzij anders staat aangegeven, zijn alle Bijbelteksten in deze overdenking ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies, © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951.