Ons leven vroeger en ons leven nu

Gepubliceerd op 27 oktober 2021 om 12:19

- trouwens, ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns – (Ef.2:3)

In het bovenstaande vers beschrijft Paulus in welke toestand wij ons bevonden vóórdat wij verlost waren en vóórdat wij in Christus waren. Wij waren: - in de begeerten van het vlees, - wij handelden volgens de wil van het vlees – wij handelen volgens de wil van de gedachten – wij waren kinderen des toorns.

Hoe geweldig is het niet om als gelovige te beseffen dat je van dit alles verlost, bevrijd en behouden bent! Wij waren dood voor God maar in Christus zijn wij levend gemaakt. Zo staat het in ieder geval in vers 4-5: God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, - door genade zijt gij behouden –

Maar, zo vraag ik me af, beseffen we dit ook werkelijk? Want, als we dit werkelijk zouden beseffen, dan kan het toch niet anders dat dit consequenties heeft voor onze levensstijl?

Uit de Efezebrief blijkt wel dat de toehoorders van Paulus dit niet altijd beseften. Waarom is het anders nodig dat hij in Efeze 2:11 de opdracht geeft: Bedenkt daarom!? En vervolgens beschrijft hij dat zij zich moeten herinneren hoe hun vroegere situatie was: zonder Christus, zonder hoop, zonder God (vers 12), maar nu dichtbij gekomen door bloed van Christus (vers 13).

Ja God wil dat wij beseffen waar wij vandaan komen, namelijk dood in zonde, en wat wij door genade ontvangen hebben, levend voor/in Hem met een geweldige toekomst!  Waarom is het zo belangrijk om dit te beseffen?

Omdat dit grote gevolgen heeft voor onze levensstijl. Je kan namelijk alleen maar als nieuw mens leven, als je ook gelooft (erop vertrouwt) dat je een nieuw mens bent. In het vervolg van de brief schrijft Paulus dan ook: dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerten, dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken, en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid. (Efeze 4:22-24).

Hoe gaat dit alles in zijn werk? Het heeft veel te maken met de manier waarop wij denken, en de keuzes die wij als gevolg hiervan maken. Want zo zien we in bovenstaand vers (en de daarop volgende verzen): het afleggen van de oude mens, is een opdracht. Het is aan ons de keuze om die opdracht te gehoorzamen of niet. Bijvoorbeeld: als we in ons oude leven leugenaars waren, maken we de keuze om te stoppen met liegen en voortaan de waarheid te spreken (vers 25).

Het komt hier op neer: ik ben geen leugenaar meer, dat was ik vroeger, ik ben nu in Christus, levend met Hem, en daarom krijg ik de opdracht niet langer te liegen. Simpelweg omdat dit totaal niet meer bij me hoort. Ik ben nu lid van het lichaam van Christus, en als ik lieg zondig ik tegen de liefde en beschadig ik dat lichaam waar ik zelf bij hoor!

Verandering van levensstijl begint in ons gedachteleven. Daarom is het ook zo belangrijk om onze gedachten te vullen met het woord van God. Daarin ontdek je wie je nu bent in Christus, hoe het mogelijk is geworden een totaal nieuw leven te leiden. Je ontdekt dan ook dat je je als gelovige niet meer gehoor hoeft je geven aan de wil van je gedachten en de wil van het vlees (Ef.2:3). En als we onszelf een spiegel voorhouden beseffen we maar al te goed hoe vaak we ons daar schuldig aan maakten (of misschien wel: maken).

Ja ook gelovigen kunnen handelen volgens hun gedachten en vlees. Misschien wel in een vroom gewaad. Misschien hebben we wel een bepaald droombeeld in onze gedachten en zetten alles op alles om ons droombeeld te verwezenlijken. Soms voldoet dit droombeeld dan ook nog geheel aan de verlangens van ons vlees. Want zo denken we: als ik dit of dat bereikt heb, dan ben ik pas echt gelukkig! Dan heb ik alles wat mijn hartje begeert. En misschien bereiken we dit geluk ook! Maar wat als dit geluk wreed verstoord wordt door een fataal noodlot? Weten we dan niet meer waar we het moeten zoeken?  Vragen we ons wel eens af of de wil van onze gedachten en ons vlees ons niet kan misleiden en op een dood spoor kan brengen?

We leven in een tijd waarin het moeilijk kan zijn om je gedachteleven zuiver te houden en geen gehoor te geven aan de wil van vlees. Lijkt het er soms niet op dat er een stortvloed van gedachten en vleselijke begeerten in de maatschappij over ons heen gegoten wordt? Worden we niet stapje voor stapje in verleiding gebracht om onze gedachten aan te passen aan de norm die de wereld ons aanbiedt? Denken we nooit diep in ons hart: ik zou ook wel eens die dingen willen doen die alle anderen om mij heen normaal vinden?

Ja, het vlees van gelovigen is niet anders dan het vlees van ongelovigen. We hebben allemaal dezelfde afkomst en in ieder mens woont de neiging om zich van God af te keren. We hoeven (en mogen) ons als gelovigen dan ook nooit verheffen boven anderen. Als je een ander veroordeelt, veroordeel je daarmee jezelf.

Maar de oude mens die wij waren is in Christus wel voorbij! Dat mag je als gelovige steeds meer gaan beseffen. En dit doe je door je gedachten te vullen met datgene wat God over je zegt. Nieuw, verlost, geliefd, heilig, bevrijd, vergeven, gerechtvaardigd, verzoend, levend in Christus, in de Geest.  Dat zijn de woorden die de gelovigen in Christus kenmerken.  En als je dat gelooft, daarop vertrouwt, dat beseft, dan geeft God je de opdracht: leg de oude mens af, en doe de nieuwe mens aan. Met andere woorden: leef volgens wie je bent in Christus.

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap,  1951