Wettisch?

Gepubliceerd op 23 januari 2021 om 13:53

Het is geweldig dat wij door Gods genade gered worden. Door het vertrouwen in Jezus Christus en niet door eigen werken. Niemand kan op zichzelf roemen en zeggen dat hij/zij door zijn eigen inspanning gered is!

Het bovenstaande geloof ik, en velen met mij. Toch zal je mij ook horen zeggen dat God wil dat wij zijn geboden (wet) gehoorzamen. Als je dit zegt word je er al snel van beschuldigd dat je wettisch bent. Maar is dat ook zo, dat als je Gods wet wil gehoorzamen dat je dan automatisch wettisch bent? Om hier achter te komen wil ik stilstaan bij het begrip wetticisme.

Een aspect van wetticisme is dat men aan de geboden van God andere regeltjes en wetjes toevoegt. Niet het houden van de wet is wettisch maar de toevoeging aan de wet is wettisch. Men maakt immers door de toevoegingen de wet zwaarder om te dragen dan dat het zou moeten zijn. We zien ook dat deze toevoegingen door Jezus veelal worden afgekeurd. Zo zegt hij tegen de Farizeeën en Schriftgeleerden in Markus 7:8-9: Gij verwaarloost het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen. En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt gij wel fraai buiten werking om uw overlevering in stand te houden.

Zoals al blijkt uit dit vers keurt Jezus hier niet het gebod van God af, maar de overlevering van mensen waardoor het gebod van God krachteloos wordt. Juist door de toevoegingen aan de wet wordt de wet schade gedaan. En dit is niet goed. De kern van de wet van God is de liefde tot God en tot de naaste, en overlevering maakt van de wet van God een ondraaglijke last. Dit zien we terug in Lukas 11:46 waar Jezus tegen de wetgeleerden zegt: Wee ook u, wetgeleerden, want gij legt de mensen ondraaglijke lasten op, en zelf raakt gij die lasten niet met een uwer vingers aan.

En zo kunnen we in onze christelijke wereld op allerlei manieren wettisch bezig zijn door anderen verplichtingen op te leggen die in het geheel niet in de Bijbel staan. Vaak is het subtiel, maar toch geeft het een sfeer van benauwdheid en veroordeling, want als je niet aan de overgeleverde norm voldoet ben je niet echt goed bezig. Wie kent niet de benauwende sfeer op de zondag waar werkelijk niets gedaan mag worden uitgezonderd het twee keer per dag naar de kerk gaan? En jawel het liefst te voet, en in het donker of zwart gekleed. Menselijke regels die het geloof onaangenaam maken!

Het wetticisme gaat echter verder dan slechts het toevoegen van regels en wetjes aan Gods wet.

Ook als je het alleen bij Gods wet houdt, de Thora, kan je wettisch bezig zijn. Hierbij moeten we in ons achterhoofd houden dat het woord Thora, verschillende betekenissen heeft in de Bijbel. De geboden van God via Mozes gegeven worden bijvoorbeeld Thora genoemd (de wet van Mozes). Maar ook  de eerste vijf boeken van het Oude Testament zijn Thora. Ik zou het woord Thora zelfs willen toepassen op het gehele woord van God want Thora is immers onderwijzing van God.

Wetticisme is door eigen inspanning proberen de wet van God (die op zich goed is) zo goed mogelijk na te leven met als doel volmaakt te worden in Gods ogen. Hierbij verlies je uit het oog dat Gods wet bedoelt dat je leeft in vertrouwen op God en de liefde tot Hem en de naaste.

Wetticisme wil zeggen: Je vertrouwt op je eigen inspanning, je eigen kunnen. Je gelooft dat je zelf in staat bent een rechtvaardig leven te leiden. Oftewel: je ontkent dat je een zondaar bent en Christus als je Redder nodig hebt. Dit is het wetticisme wat met name Paulus bestrijdt in zijn brieven, immers: Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet. (Rom.3:28).

Let op: Paulus is geen bestrijder van de wet (Thora), als dat het geval zou zijn, zou hij een bestrijder van Gods onderwijzing zijn, wat natuurlijk niet het geval is. Nee Paulus bestrijdt de opvatting dat een mens door zijn eigen inspanning (werken der wet) rechtvaardig voor God zou kunnen worden. Immers Christus alleen maakt ons rechtvaardig en niets of niemand anders!

Ja maar wij geloven toch in Christus? Wij zijn toch niet wettisch? Ik moet zeggen dat het wetticisme ook voor ons gelovigen een val is waarin wij kunnen trappen. Hoeveel gelovigen voelen zich niet dagelijks schuldig omdat het maar niet lukt om Gods woord te gehoorzamen? Zij geloven in Jezus, maar voelen zich op allerlei manieren tekort schieten. “ik zou meer moeten getuigen!” of…”ik heb weer niet genoeg tijd besteed aan de kerk“ of…”ik heb niet genoeg geld in de collecte gedaan” of in het algemeen: “ik heb mij niet gehouden aan de tien geboden want ik heb (een klein beetje ) gelogen”.

En zo gaat men als christen dag en dag uit gebukt onder kleine en grote veroordelingen. Waarom? Omdat men ten diepste zelf probeert Gods wet te houden. En dat lukt niet. Dat is wetticisme. Men ervaart aan de lijve dat de wet zonde doet kennen (Rom.3:20).  

En eigenlijk is dat maar goed ook. Tenminste als je eerlijk toegeeft dat het je niet lukt. Dan mag je je overgeven aan Christus, en hij wil in je werken dat je vrucht mag dragen. Een vrucht niet voortgebracht door je eigen inspanning, maar door de Geest (Gal.5:22-23). God wil dat wij komen tot een leven waarin wij geleid worden door de Geest en niet langer door ons eigen ik. Gaan wij dan leven zonder wet van God? Nee natuurlijk niet. Niet-wettisch zijn wil niet zeggen: zonder wet leven. Immers door de Heilige Geest zeggen wij samen met de psalmist: Hoe lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag. (Psalm 119:97).

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap,  1951.