Vroeger en nu

Gepubliceerd op 20 januari 2021 om 12:41

Hoewel God altijd Dezelfde is gebleven en er in Hem geen verandering is, gaat dit niet op voor alles wat Hij ons bekend maakt. Daarin is een ontwikkeling en deze ontwikkeling vinden we terug in de Bijbel. Het heeft ook te maken met de zaken die gebeurd zijn. Daardoor veranderen er dingen en blijft niet alles altijd hetzelfde. Dat zien we ook in de geschiedenis van de wereld. Soms gebeurt er iets ingrijpends waardoor alles verandert en mensen anders tegen de zaken aankijken. We zien het al in onze eigen tijd. Als gevolg van de coronacrisis dragen wij mondkapjes in publieke ruimten. Dit doen wij om een verdere verbreiding van het virus tegen te gaan. Twee jaar geleden droegen wij geen mondkampjes omdat het virus er toen nog niet was. Waarschijnlijk zullen wij in de toekomst wanneer het virus overwonnen is ook geen mondkapjes meer dragen, immers dat is dan niet meer nodig. Oftewel: het dragen van mondkapjes is het gevolg van de aanwezigheid van het virus.

We beseffen wel dat het heel vreemd zou zijn als we het dragen van mondkapjes tot een algeheel geldende regel voor alle tijden zouden maken. Immers vroeger was het niet nodig, en als er geen besmettingsgevaar meer is, zal het ook niet nodig zijn. We zouden het toch afkeuren als iemand over twee jaar zegt: “er is dan wel geen besmettingsgevaar meer, maar in 2020-2021 droegen we mondkapjes, en omdat we dat toen deden moeten we dat voor altijd doen!”

Nee, alles ontwikkelt zich. Sommige regels komen, andere regels worden afgeschaft, ziekten ontstaan worden bestreden, verdwijnen, ontstaan weer opnieuw etc etc.

Nu in Gods openbaring zoals we die in de Bijbel terugvinden blijft ook niet altijd alles hetzelfde! Sommige zaken die vroeger van kracht waren gelden nu niet meer, en sommige zaken die nu gelden, waren vroeger anders. Bepaalde waarheden van vroeger kan je dus niet zomaar overplaatsen op onze tijd.

Om een voorbeeld te geven: in Deut.22:23-24 lezen we: Wanneer een man een meisje, dat nog maagd is en dat met iemand ondertrouwd is, in de stad ontmoet en gemeenschap met haar heeft, dan zult gij hen beiden naar de poort van die stad brengen en hen stenigen, zodat zij sterven: het meisje, omdat zij in de stad niet om hulp geroepen heeft, en de man, omdat hij de vrouw van zijn naaste onteerd heeft. Zo zult gij het kwaad uit uw midden wegdoen.

Natuurlijk passen we dit in onze tijd niet meer toe, want we keuren overspel wel af, maar passen geen doodvonnis meer toe. Waarom? Omdat er dingen veranderd zijn! We weten dat Christus door zijn dood aan het kruis ons heeft vrijgekocht van de vloek der wet, de dood. Natuurlijk, overspel blijft verkeerd, hierin blijft Gods wet overeind, maar het vonnis is veranderd! Immers in de heilsgeschiedenis is er iets heel belangrijks gebeurd waardoor er iets veranderd is: de kruisiging en opstanding en hemelvaart van Jezus Christus. Dat wat vroeger was, passen we niet meer toe. We kunnen dus niet zomaar elke tekst uit de Bijbel te pas en te onpas toepassen in onze huidige tijd. Er is ontwikkeling, en bij het lezen van de Bijbel moeten we ons bewust zijn van deze ontwikkeling.

Een ander voorbeeld, nu uit het Nieuwe Testament. In Matheus 16:19-24 lezen we hoe Jezus in gesprek is met een man (ook wel genoemd: de rijke jongeling) die niet kan loskomen van zijn geld en bezit. Hij zit er zo aan vast dat hij het niet wil delen met de armen. Het houden van de andere geboden lukt hem wel aardig, maar zijn geld opgeven, dat kan hij niet. De eindconclusie van dit gesprek is: Jezus zeide tot zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan. Wederom zeg Ik u, het is gemakkelijker, dat een kameel gaat door het oog van een naald dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.(Mat.19:23-24)

Mogen we deze uitspraak van Jezus nu zomaar toepassen op onze huidige situatie in onze tijd? Dat zou dan betekenen dat je als rijke niet behouden kan worden tenzij je je bezit verkoopt en je geld geeft aan de armen. Nou dan is het toch wel slecht gesteld met ons als rijke westerse christenen!

Nee we moeten de Bijbel lezen in zijn ontwikkeling. Toen Jezus dit gesprek had met de rijke jongeling was Jezus nog niet gestorven aan het kruis en opgestaan. De verlossing en bevrijding van de zonde (in dit geval: vastzitten aan geld en bezit) was nog niet gebeurd. De Heilige Geest was nog niet uitgestort (uitgezonderd op enkelen). De rijke jongeling zal er van overtuigd geweest zijn dat hij door zijn eigen inspanning Gods koninkrijk zou binnengaan. En hij dacht het wel aardig voor elkaar te hebben. Totdat Jezus hem een spiegel voorhoudt! Je hebt het helemaal niet voor elkaar, want je wil je bezit niet delen met de armen.

Hoe mooi is het ook dat Jezus hier al verwijst naar de toekomst die nog komen zou (en waarin wij nu leven) als Hij zegt: Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk. (Math.19:26). In de tijd waarin alle dingen mogelijk zijn, leven wij nu! Nà het volbrachte werk van Christus! Na de uitstorting van de Geest. Wij leven niet langer onder de veroordeling van de wet omdat we niet aan alles voldoen. We zijn vrijgekocht van de vloek. Nu geldt: doordat ik vertrouw op zijn volbrachte werk, mag ik mij veilig weten, gered, één met Hem. Als Hij verschijnt in heerlijkheid, mag ik met Hem verschijnen (Kol.3:4), want Christus is mijn leven.

Ja maar….het is toch juist goed om niet aan je bezit vast te zitten en het te delen met de armen! Ja natuurlijk. Maar wij leven niet meer als de rijke jongeling, en doen geen pogingen meer om volmaakt te zijn. Dat hoeft ook niet meer, want in Christus zijn wij reeds volmaakt en met Hem bekleed (Kol.2:18). En doordat zijn Geest in ons woont mogen en kunnen wij vrucht voortbrengen.  Als vrucht van de Heilige Geest mogen we ons geld en bezit delen met de armen.

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap,  1951.