Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus. (Gal.3:26-28)
Bovenstaande tekst zegt dat wij allemaal zonen van God zijn door het geloof, in Christus Jezus. Hoe komt het eigenlijk dat hierbij niet de dochters van God genoemd worden? Dit heeft alles te maken met de manier waarop wij zonen van God worden, namelijk door in Christus gedoopt te worden. Je wordt ondergedompeld in Hem en bent als gevolg hiervan bekleed met Hem. En Hij……….? Hij is de Zoon (niet de dochter). Dit betekent dat als vrouwen in Hem ondergedompeld worden, ook zij met de Zoon bekleed worden en als gevolg hiervan ook zonen van God worden. Wij zijn zonen, dankzij de Zoon! Het feit dat dus in de Schrift niet apart van dochters van God gesproken wordt heeft dus totaal niets te maken met discriminatie of iets dergelijks. Het heeft alles te maken met hoe of beter gezegd dankzij Wie wij ons zoonschap ontvangen, namelijk door de Zoon! En in Hem zijn wij ook zonen!.
Nu weten we natuurlijk dat het belachelijk zou zijn om te denken dat het wegvallen van het onderscheid zou betekenen dat vrouwen ineens mannen gaan worden of dat man en vrouw ineens hetzelfde zijn geworden. Nee het gaat puur om onze positie in Christus. Daarin is geen onderscheid. In de Here, dat wil zeggen, in onze status tijdens ons aardse leven, is er wel degelijk onderscheid! Zo lezen we bijvoorbeeld in Efeze 5:22-23: Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente. In Christus zijn man en vrouw gelijk en is er geen onderscheid, in de Here is de man het hoofd van zijn vrouw. Hetzelfde gaat ook zo`n beetje op voor de relatie tussen de kinderen en hun ouders. In Christus zijn gelovige kinderen gelijk aan hun ouders en zijn ook zij zonen van God geworden. In de Here geldt echter: Kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in de Here, want dat is recht (Efeze 6:1).
Hetzelfde geldt ook voor de andere groepen die Paulus in Gal. 3:26-28 opnoemt. In Christus is er geen onderscheid meer, maar in het dagelijkse leven in de Here blijft het onderscheid bestaan.
Met name over de verhouding tusen de Jood en de Griek kan er nogal eens verwarring bestaan. Zo heb ik eens iemand horen zeggen dat een Jood die Christen wordt (of zogezegd toetreedt tot het lichaam van Christus) hierbij zijn Jood-zijn verliest! De gedachte die hier achter zit is de opvatting dat God twee heilsinstrumenten hanteert: Israël als volk, en het lichaam van Christus bestaande uit individuen uit alle volken. De gedachte is dan: als een Jood bij zijn volk blijft horen, blijft Hij Joods, wordt Hij echter christen, dan verliest hij zijn Jood zijn. Naar mijn mening een gevaarlijke opvatting, want het opent de deur naar het afwijzen van alles wat zogezegd Joods zou zijn, zoals de Thora. Als we echter de Thora afwijzen, dan wijzen we een groot deel van Gods Woord af.
Als je het overdenkt en de lijnen doortrekt moet je wel concluderen dat zo`n opvatting volledig de betekenis van het `geen onderscheid` verdraait. We zeggen toch ook niet tegen vrouwen die tot Christus komen en daardoor zonen Gods worden, dat zij voortaan hun vrouw-zijn moeten verloochenen en zich voortaan als man moeten gedragen??
Nee. In Christus is er geen onderscheid tussen Jood en Griek, maar in de Here blijft een Jood een Jood en een Griek een Griek. Dit betekent dat een Jood die tot geloof in Zijn Messias komt, gewoon Joods blijft en dus niet zijn Joodse levenswijze achter zich laat. En de Griek? Natuurlijk hoeft Hij niet Joods te worden! Hij wordt echter wel een lid van het éne huisgezin van God. Hij leefde in het duister, zonder God, zonder Thora, zonder kennis, en nu gaat er een wereld voor Hem open. Ook hij mag nu deel gaan nemen aan de verbonden en beloften die eerst aan Israël zijn gegeven. (Efeze 2:12-13) En dat alles door Christus! Wordt hij dan joods? Nee hij blijft Griek, maar hij gaat wel in de leer bij de God die zich eerst aan Israël heeft geopenbaard. Hij leert dan welke onderwijzing (dit is de betekenis van: Thora) goed is voor zijn leven.
Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap, 1951