Wat is de rechtvaardiging door geloof?

Gepubliceerd op 10 maart 2020 om 10:00

We weten vanuit de Bijbel dat we gerechtvaardigd zijn door geloof en niet door werken. En dat is maar goed ook, want als we door onze werken de hemel zouden moeten verdienen zou niemand er geraken! Immers zegt de Bijbel ons zelf niet dat allen gezondigd hebben en de heerlijkheid van God derven? (Rom.3:23). Hoe mooi is het dan om het vervolg te lezen: En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, in Christus Jezus. (vers 24), door het geloof in Hem en wat Hij voor ons volbracht heeft (vers 25-26). Maar…..kan je dan zeggen: Als het toch allemaal genade is, en ik alleen maar hoef te geloven…..dan maakt het dus eigenlijk niet uit hoe ik leef of wat ik doe? Daar wil ik nu even wat nader op ingaan.

Volgens mijn mening kan je alleen maar tot bovenstaande conclusie komen als je geloof (vertrouwen) en werken totaal los van elkaar ziet, of als twee zaken die het tegenovergestelde van elkaar zijn. Dan is geloven zo`n beetje hetzelfde als er zeker van zijn dat een bepaalde waarheid ook echt waar is en verder niets doen. Werken is dan het tegenovergestelde hiervan: heel actief je best doen. Dit heeft dan een negatieve lading, omdat, zo denkt men: je moet niets doen, want Christus heeft alles al gedaan. Op zich lijkt dit zalige niets doen een aantrekkelijke gedachte, maar…..zo vraag ik me af, is dit het nu echt wat God bedoelt met geloof en genade? Niets doen?

Ook vind je in de Bijbel allerlei teksten die in een ander richting wijzen, of die er in ieder geval op wijzen dat het wel degelijk uitmaakt wat je doet! Ook in de brief aan de Romeinen (de brief waarin Paulus juist de rechtvaardiging door geloof uitlegt): Verdrukking en benauwdheid (zal komen) over ieder levend mens, die het kwade bewerkt, eerst de Jood en ook de Griek; maar heerlijkheid, eer en vrede over ieder, die het goede werkt, eerst de Jood en ook de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God (Rom.2:9-11). In het tekstverband maakt Paulus duidelijk dat zijn joodse volksgenoten (die in bezit zijn van wet en openbaring) evengoed op hun daden door God worden beoordeeld als de niet-joden (niet in het bezit van wet en openbaring). Maar een ding is duidelijk: iedereen wordt beoordeeld op zijn daden. Kan je dan zeggen: ja maar nu ben ik een gelovige in Christus….nu doen mijn daden er niet meer toe? Uit de tekst blijkt dit in ieder geval niet…..ieder mens…..geen aanzien des persoons….

Als je echter het geloof niet meer tegenover de werken stelt is dit echter geen enkel probleem! Het rechtvaardigende geloof staat namelijk in geen geval tegenover de werken! Ik durf het nog stelliger te zeggen: Als het geloof niet blijkt uit de daden dan heb je helemaal geen geloof! Geloof zonder daden is niets anders dan verstandelijk voor waar houden van bepaalde Bijbelse feiten. Zo kan je geloven dan God bestaat, geloven in de Schepping, geloven dat Jezus aan het kruis is gestorven en opgestaan is uit het graf, geloven dat Jezus de Zoon van God is, etc etc. en miljoenen mensen op de wereld houden deze feiten voor waar, en noemen zich daarom christen. Maar zijn deze miljoenen ook werkelijk gelovigen in de Bijbelse zin van het woord? Ik trek dat in twijfel….

Het geloof waarover de Bijbel spreekt legt een heel ander accent. Bij geloof gaat het om het vertrouwen op Christus in de relatie tot God. Zo`n geloof is ondenkbaar zonder de bijbehorende daden en zonder een veranderd leven.

In dit verband is het goed om eens na te denken over wat de rechtvaardiging door geloof nu eigenlijk betekent. Veelal wordt het als volgt uitgelegd: Je staat voor God de Rechter en als gevolg van je daden moet Hij je eigenlijk veroordelen. De rechtvaardiging betekent echter dat God je onschuldig verklaart omdat Hij de gerechtigheid van Christus jou toerekent. In deze gedachte is de gerechtigheid van Christus dus eigenlijk iets wat buiten jezelf ligt en wat ook helemaal los van jezelf staat. Het is een gerechtigheid die er dus eigenlijk in werkelijkheid niet is (of beter gezegd: alleen in Christus), maar je wel wordt toegerekend. Simpelweg gezegd: alhoewel je slecht bent…God beschouwt je als volmaakt, niet omdat je dat bent (want je bent slecht) maar vanwege Christus.

Je kan de rechtvaardiging door geloof echter ook op een ander manier uitleggen. Niet zozeer als iets wat je slechts wordt toegerekend, maar iets wat ook werkelijk plaatsvindt! Een gerechtigheid die je ontvangt en er ook werkelijk is. Je spreekt dan ook niet van een rechtvaardiging door geloof, maar van een rechtvaardigmaking door geloof. God rekent je niet alleen rechtvaardig, maar Hij maakt je ook rechtvaardig, en dat doet Hij door het geloof in Christus. Ja maar…. zo zal iemand zeggen…..de Bijbel spreekt toch zelf van een toegerekende gerechtigheid? Rom.4:5: Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid,

Toch is het hier belangrijk om te lezen wat je gerekend wordt tot gerechtigheid. Namelijk het geloof! En dat geloof is niet iets wat buiten je ligt, maar iets wat in je is en iets wat blijkt uit je rechtvaardige daden! Kortom: als God ziet dat je Hem vertrouwt rekent Hij je dat vertrouwen tot gerechtighed. In Rom 5:17 spreekt Paulus dan ook van een ontvangen van de gave der gerechtigheid en in allerlei bewoordingen maakt hij in andere Schriftplaatsen duidelijk dat de gelovigen niet slechts iets wordt toegerekend, maar dat zij werkelijk iets ontvangen, veranderen, en door het geloof veranderen in rechtvaardige mensen. Niet door er hard voor te werken, maar dat alles door vertrouwen in Hem!

Hieronder een paar voorbeelden:

2 Kor.5:17: Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping, het oude is voorbij gegaan, zie het nieuwe is gekomen.

Rom.8:15: Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader

Rom.8:10: Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.

Hierboven lezen we de zaken die ons als gelovigen ten deel zijn gevallen: Je bent een (rechtvaardige) nieuwe schepping geworden, je hebt de geest van het zoonschap ontvangen, je hebt in de geest gerechtigheid ontvangen. Paulus bedoelt hier niet: deze zaken worden je toegerekend. Hij bedoelt: je hebt het ontvangen! En dat alles door geloof. Is dit alles nog los te denken van onze daden??? Ben je een nieuwe schepping zonder te leven als nieuwe schepping? Ben je een zoon van God zonder te leven als zoon? Heb je de geest der gerechtigheid ontvangen zonder enige vrucht van gerechtigheid??? Ik denk het niet!

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in dit blogje zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands Bijbelgenootschap,  1951.