Gedoopt, waarin en waartoe?

Gepubliceerd op 24 januari 2024 om 10:43

Soms spelen heel kleine woordjes een belangrijke rol in onze Bijbeluitleg. Twee van deze (Griekse) woordjes zijn: en (= in, met) en eis (= naar binnen in, naar). Ik schrijf dit met het oog op het belang van de doop. Wanneer in de Bijbel wordt aangegeven waarin, waarmee of op welke plaats er gedoopt wordt dan vinden we het Griekse woordje en. Zo lezen we bijvoorbeeld in Mat. 3:6 dat de mensen door Johannes de Doper in (Grieks: en) de rivier de Jordaan gedoopt worden. Het woordje en geeft hier aan waarin de mensen gedoopt worden, namelijk de rivier de Jordaan.

In Mat. 3:11 zegt Johannes: Ik doop u met water tot bekering, maar Hij, die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben niet waardig Hem zijn schoenen na te dragen; die zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. Johannes doopt met (Grieks: en) water. Jezus zal dopen met (Grieks: en) de Heilige Geest (en met vuur). 

Het valt hier op dat Johannes in één zin zowel het Griekse en als het Griekse eis gebruikt. Terwijl en aangeeft waarmee of waarin gedoopt wordt (namelijk: water) geeft het Griekse eis het doel aan van die doop, namelijk tot (eis) bekering.

Het doel van het dopen met (en) de Heilige Geest wordt hier niet aangegeven maar dit vinden we  op een andere plaats in de Bijbel, namelijk in 1 Kor. 12:13: want door (Grieks: en) een Geest zijn wij allen tot (Grieks: eis) één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met een Geest gedrenkt.

Ik heb in deze tekst voor de duidelijkheid tussen haakjes zelf aangegeven waar het Griekse en en waar het Griekse eis gebruikt wordt. Zo wordt de tekst voor ons duidelijker. We zijn gedoopt met/in (en) de Geest met als doel: het éne lichaam.  Dus. Waarmee zijn we gedoopt? Antwoord: met/in de Heilige Geest. Met welk doel? Om één lichaam van Christus te vormen.

Paulus zegt hier: we zijn één lichaam, want zowel de joden als de heidenen zijn in dezelfde Heilige Geest gedoopt. 

Dit dopen met de Heilige Geest wordt in het boek Handelingen beschreven. Zowel in Handelingen 2 en in Handelingen 10 wordt een groep mensen tegelijkertijd gedoopt in de Heilige Geest. De eerste groep: de joden (Hand. 2), de tweede groep: de heidenen (Hand.10). De belofte gaat in vervulling: Jezus doopt met de Heilige Geest.  De Heilige Geest wordt door Jezus op de aarde uitgestort. Zowel op joden als op heidenen. Tot (eis) één lichaam gedoopt, met (en) één geest.

Wanneer in het vervolg individuele gelovigen de Heilige Geest ontvangen, dan wordt dit meestal aangeduid met de term: het ontvangen van de Heilige Geest. Zo vraagt Paulus aan de gelovigen in Galatië: Dit alleen zou ik van u willen weten: Hebt gij de Geest ontvangen ten gevolge van werken der wet, of van de prediking van het geloof? Geheel in overeenstemming met de belofte uit Hand. 2:38: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. 

Mijns inziens belooft Petrus zijn volksgenoten niet een opzienbarende herhaling van Pinksteren. Hij zegt dan ook niet: en gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden.  Maar als zij zich in (Grieks: en) water laten dopen tot (Grieks: eis) vergeving van zonden, dan zullen zij vervolgens de Heilige Geest ontvangenIn de tekst van Handelingen 2:38 zien we overigens ook het doel (Grieks: eis) van de waterdoop terugkeren, namelijk vergeving van zonden. 

Met het oog op de doop wordt dikwijls het zesde hoofdstuk van de Romeinenbrief aangehaald. Ook in dit hoofdstuk blijkt het onderscheid tussen de kleine Griekse woordjes eis en en van belang te zijn.

Zo schrijft Paulus Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen (Rom.6:3:4)

Zo op het eerste zicht lijkt deze tekst ons te leren dat wij in Christus worden ondergedompeld. (gedoopt) Oftewel: waarmee/waarin worden we gedoopt? Met Christus. Ook lijkt de tekst te zeggen dat wij dan tegelijkertijd in de dood worden gedoopt. Oftewel: waarmee/waarin worden wij gedoopt? In/met de dood van Christus. Dit blijkt echter anders te zijn. Ik zal het hieronder uitleggen: 

Paulus gebruik hier niet het Griekse woordje en dat aangeeft waarmee of waarin gedoopt wordt. Hij gebruikt hier het Griekse woordje eis dat het doel van de doop aangeeft. Met andere woorden: Paulus spreekt hier over een tweeledig doel van de doop: Christus, en de dood van Christus. (hij spreekt dus niet over een aparte doop in (en) Christus en een aparte doop in (en) de dood. Nee, in beide gevallen gebruikt hij het woordje: eis.  Er is één doop, met als doel ons te verenigen met de dood van Christus. Het accent ligt hier op zijn dood. 

De vraag is nu: over welke doop spreekt hij hier? De doop in de Heilige Geest of de doop in water? 

Mijns inziens lijkt het voor de hand te liggen dat het hier om de doop in water gaat omdat het gangbaar was dat mensen die tot geloof gekomen waren in water gedoopt werden en vervolgens de Heilige Geest ontvingen. Geheel in overeenstemming met Handelingen 2:38 en het bekende doopbevel uit Mat. 28: 19. Het is opvallend dat het individuele ontvangen van de Heilige Geest (dus niet het collectieve ontvangen van de Geest zoals in Handelingen), niet de benaming doop krijgt. Het wordt aangeduid met termen als : ontvangen (Gal. 3:2); verzegeling (Efeze 1:13); vervuld worden (Hand.9:17). Dit terwijl de individuele waterdoop wel veelvuldig wordt aangeduid met de term: doop/gedoopt/dopen. Zie Hand. 2:38; Hand. 2:41; Hand. 12:8 vv; Hand.10:47; 1 Kor.1:14; 

Nee, het  lijkt niet aannemelijk dat Paulus in Romeinen 6 de doop met de Geest bedoelde omdat: - hij elders in zijn brieven het individuele ontvangen van de Heilige Geest niet als aparte doop vermeldt. En: - omdat de doop (waterdoop) juist een einde maakt aan het verleden: de oude mens wordt begraven, terwijl het ontvangen van de Geest het nieuwe leven in Christus schenkt (Zie Kol, 2:12). Het is de Geest die levend maakt (Joh.6:63). Kortom: het water begraaft, het ontvangen van de Geest schenkt nieuw leven.  

Het lijkt ook voor de hand liggend dat het ondergaan in het water  duidt op het begraven worden met Christus in een watergraf. De oude mens wordt begraven. Het is lastiger om dit symbool te herkennen in de doop in de Geest. Immers het ontvangen van de Geest brengt nieuw leven, en geen dood. Niet voor niets wordt de Heilige Geest vergeleken met levend water (Joh.7:38) Dat is geheel iets anders dan een watergraf!

Ook in Kol. 2:12 maakt Paulus een duidelijk onderscheid tussen het begraven worden door de doop en het levend worden door het geloof in de werking Gods. Wij weten allen dat de werking Gods niets anders is dan de Heilige Geest. 

daar gij met Hem begraven zijt in de doop. In Hem zijt gij ook medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.

Ja maar zo denkt iemand: “wij worden toch niet gered door ons in water te laten dopen”? Het gaat toch niet om een mystieke handeling die letterlijk iets uitwerkt? Nee zeker niet. Wij worden enkel gered door het volbrachte werk van Christus! Door zijn Geest worden wij met Hem levend gemaakt (Efeze 2:5). De oude mens die begraven is door de doop, moet plaats maken voor een nieuwe schepping. Deze levendmaking met Hem is onze redding. Dit gebeurt door de geest. Uit genade. De waterdoop bevestigt slechts het einde en bankroet van de oude mens. 

God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, - door genade zijt gij behouden (Efeze 2:4-5)

 

Voetnoot: Alle Bijbelteksten in deze overdenking zijn ontleend aan: Vertaling 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap bewerkt door de daartoe benoemde commissies , © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, 1951